Benieuwd naar de Pool regels? Dit spel, ook wel poolbiljart genoemd, wordt in menig café gespeeld. Mocht je daar weleens te vinden zijn, dan is het leuk om de spelregels te kennen! Wij leggen ze hier snel en makkelijk uit. Veel plezier met poolen!
Pool regels: spelregels snel en makkelijk uitgelegd
Pool speel je met 15 gekleurde ballen en één witte stootbal. De ballen bestaan uit hele ballen (solids), die zijn helemaal gevuld met kleur. De ballen met alleen een streep heten ook wel de halve of stripes. Je speelt het spel op een pooltafel die gaten (pockets) heeft in de hoeken en halverwege de lange zijden.
De meest populaire varianten van pool zijn 8-ball en 9-ball pool.
8-ball pool regels
Dit is veruit de meest bekende variant van het spel. Je begint door alle ballen (behalve de witte) in de driehoek te leggen met de zwarte bal in het midden. De voorste bal van de driehoek moet op de stip liggen. Een bal in de hoek moet gestreept zijn, in de andere hoek moet een gestreepte bal liggen.
De speler die begint mag de witte bal ergens achter de lijn leggen. Hij mag met die bal tegen de driehoek schieten. Als er 1 of meerdere ballen wegbreken van de driehoek, dan mag deze speler kiezen voor de volle of gestreepte ballen. Lukt het de eerste speler niet om de ballen van de driehoek te laten bewegen? Dan mag de andere speler kiezen tussen de twee soorten ballen.
Spelverloop
De ballen die je gekozen hebt moet je één voor één wegspelen. Dat doe je door de witte bal niet te verplaatsen en tegen een andere bal te stoten. Als de andere bal in een pocket gaat, mag je nog een keer. Je moet wel van tevoren aangeven welke bal je in welke pocket gaat spelen. Is je voorspelling niet goed maar gaat de bal wel in een pocket, dan is alsnog de andere speler aan de beurt.
Als je alle ballen van jouw soort hebt weggespeeld, dan moet je de zwarte bal potten. Ook hierbij moet je weer aangeven in welke pocket je hem gaat spelen. Als je een fout maakt (niet potten of in de verkeerde pocket), dan krijgt de andere speler een “ball-in-hand”. Dat houdt in dat hij de witte bal neer mag leggen waar hij maar wil.
De andere speler krijgt ook een ball-in-hand in de volgende gevallen (fouls):
- je raakt een bal aan met je lichaam
- een bal over de rand van de tafel stoten
- met de witte bal een bal van je tegenstander raken
- als je helemaal geen bal raakt